Hoe een histogram te tekenen
Een histogram is een grafiek die de frequentie of het aantal keren laat zien dat er iets gebeurt in een specifiek interval. Histogrammen zijn vergelijkbaar met staafdiagrammen. Het gebied dat wordt weergegeven door een histogram, wordt echter gebruikt om een grafiek weer te geven van het aantal keren dat een groep getallen wordt weergegeven. Het is beter om een histogram te gebruiken om continue gegevens weer te geven, zoals tijd, metingen en temperatuur. Een van de problemen met histogrammen is echter dat het moeilijk is om twee reeksen gegevens te vergelijken en het is niet mogelijk om exacte gegevens te lezen. Leren tekenen van een histogram kan erg nuttig zijn voor studenten, omdat het hen in staat stelt om statistische bevindingen van een project te presenteren, evenals voor zakelijke professionals.
stappen
Methode 1
Teken het met de hand1
Teken met een liniaal de basisassen. De assen zijn de verticale en horizontale lijnen die de basisomtrek van het histogram vormen. Als je problemen hebt met het maken van de exacte hoek waar de assen zijn, ga je gang en cheat: gebruik de hoek van een vel papier!
2
Meet de groepen. In een histogram worden de gegevens in groepen weergegeven. Deze groepen zijn gelijk verdeeld, dus u moet groepsplaatjes maken langs uw lagere as.
Bijvoorbeeld: 0-4 appels, 5-9 appels, 10-14 appels, etc. 2, 4 en 6 cm langs de as.3
Meet de verticale as. De verticale as van een histogram wordt altijd gebruikt voor de frequentie. Welke tijd nodig is om te gebruiken, hangt uiteraard af van uw gegevens (maar de nummers moeten dezelfde ruimte tussen de gegevens hebben). Zorg er wel voor dat u extra ruimte aan de bovenkant overlaat om uw afbeelding beter leesbaar te maken.
Als de bovenlimiet van uw histogram bijvoorbeeld 54 is, moet het hoogste cijfer van uw as 60 zijn.Als de frequentie niet tot een redelijk hoog aantal begint, kunt u verschillende van de onderstaande nummers bijsnijden. Als de eerste frequentie bijvoorbeeld 32 is, kunt u de grafiek starten op 25 of 30.4
Teken de balken. Teken voorzichtig de bovenste horizontale lijn van elk interval of elke groep, op het meetniveau van elke gegevensgroep. Teken de balken vervolgens gecentreerd op het gegevenspunt dat ze vertegenwoordigen. Zorg ervoor dat de balken even zijn en dezelfde breedte hebben als de andere. Over het algemeen wordt aangenomen dat de balken van de histogrammen moeten worden aangeraakt, maar als u voor een bepaalde groep geen resultaten krijgt, hoeft u zich hier geen zorgen over te maken.
5
Voeg wat kleur toe. Voeg verschillende kleuren toe aan de rechthoeken in het histogram met kleurpotloden, markeerstiften of kleurpotloden om u te helpen de verschillende intervallen te onderscheiden.
Methode 2
Gebruik Excel1
Vul de gegevens in Vul in een Excel-document de tweede kolom in met de "klassen" of groepen gegevensgegevens die u wilt (20/30/40, 5/5/10/15, enz.) Met één groep per cel. Vul de eerste kolom in met de frequentie van resultaten voor die groep (genaamd cijfer) of de niveaus waarop u de balken van die groep wilt hebben.
2
Voer een data-analyse uit. Klik op Extra → Gegevensanalyse. Dit is niet altijd een standaard Excel-functie, dus u moet deze mogelijk installeren met de optie "Add-ons".
3
Selecteer `Histogram`. Selecteer de optie "Histogram" in het menu "Gegevensanalyse" en klik vervolgens op "OK".
4
Pas het invoerbereik en het klassebereik aan. U moet het menu gebruiken om te selecteren welke kolom elk ding is.
5
Selecteer "Create graphic". Selecteer het keuzevakje "Create graphic" en druk vervolgens op "OK".
6
Klaar! Geniet van je afbeelding. Vergeet niet om het op te slaan.
Methode 3
Gebruik een online programma1
Ga naar een website die histogrammen genereert. Het wordt aanbevolen
gebruik dit.
2
Selecteer een vooraf ingestelde indeling. U vindt een vervolgkeuzemenu boven aan het diagram dat u een aantal voorbeeldkaarten geeft die u kunt invullen met uw eigen gegevens. Als een alternatief, kun je er een volledig vanaf nul creëren.
3
Geef de afbeelding een naam. U ziet een vak met de titel "Titel" in het midden van de pagina. Daar moet je de titel van je afbeelding invoeren.
4
Voer uw gegevens in het vak onderaan in. Onder de titelbalk ziet u een groot vak aan de onderkant van de pagina. Voer alle gegevenspunten in die u hebt, vanaf één gegevenspunt per regel (bijvoorbeeld: 5, 5, 5, 10, 10, 15, 15, 20, 20, 25, etc.).
5
Klik op "Gegevens bijwerken". Klik op de knop `Gegevens bijwerken` boven de gegevensbox.
6
Pas de frequentie aan Het diagram moet zich automatisch aanpassen aan uw gegevens, maar u kunt ook handmatig de grootte van de intervallen en de maximum- en minimumwaarden van uw assen aanpassen.
7
Print of sla uw afbeelding op. Gebruik de printscreen-functie vanaf je toetsenbord om een afbeelding van de volledige afbeelding te maken. Plak en snijd de afbeelding bij in MS Paint of een ander basisbeeldprogramma dat u op uw computer hebt geïnstalleerd. Sla de afbeelding op en druk deze af als je wilt.
tips
- Vergeet niet de assen te labelen X en en om ervoor te zorgen dat de informatie correct is.
- Wanneer u de getallen meetelt om ze in reeksen van intervallen te ordenen, kan het handig zijn om die getallen die al in de gegevens staan te doorsnijden, zodat u ze twee keer kunt vertellen.
- Wanneer u een histogram tekent, moet u de liniaal gebruiken om alle lijnen te maken. Dit houdt je recht en netjes.
Dingen die je nodig hebt
- Grafiekpapier
- regel
- potlood
- Kleurpotloden, stiften of kleurpotloden
Delen op sociale netwerken:
Verwant