Hoe een dierencel te tekenen

De cel is een van de meest elementaire structuren van levende organismen. Of het nu een eencellig organisme is of een multicellulair organisme, alle levende wezens hebben ze. Dierlijke cellen verschillen echter van planten, omdat ze onder andere geen vacuolen, chloroplasten of celwanden hebben. Als je de namen van de organellen (ook organellen genoemd) van de dierencel en hun respectievelijke vormen leert, kun je er gemakkelijk een tekenen.

stappen

2

Teken een pinocytisch blaar. Een gedetailleerd diagram van een dierlijke cel kan een pinocytisch blaasje in het celmembraan omvatten. Dit heeft een afgeronde vorm. Het moet tegen de buitenrand van het membraan zijn zonder het te breken.

3

Teken twee cirkels om de kern te vertegenwoordigen. Dit is een van de grootste delen van de cellulaire structuur. Om het te maken, tekent u twee cirkels - een grote die 10% van de cel beslaat en een iets kleiner van binnen.

4

Teken een kleine donkere cirkel die de nucleolus vertegenwoordigt. Dit bevindt zich in het midden van de kern en is verantwoordelijk voor het synthetiseren van de subribosomen die in andere delen van de cel zijn geassembleerd. Om het in het diagram te plaatsen, voegt u een kleine schaduwcirkel toe.

5

Teken een krabbel om chromatine te vertegenwoordigen. Het grootste deel van de binnenkant van de kern moet eruit zien als een groot gekrabbel. Dit vertegenwoordigt de materialen waaruit het chromatine bestaat, zoals DNA en eiwitten.

2

Teken langwerpige vormen om het endoplasmatische reticulum te vertegenwoordigen. Aan de ene kant van het kernmembraan begint een silhouet te tekenen met verschillende langwerpige vormen zoals vingers die naar beide kanten wijzen voordat ze opnieuw met de kern worden verbonden. Het hele silhouet is het endoplasmatisch reticulum. Het moet relatief groot zijn, omdat dit organel ook tot 10% van het volume van de cel kan bedekken.

3

Teken een groep haltersilhouetten om het Golgi-apparaat te vertegenwoordigen (ook wel het Golgi-lichaam genoemd). Hiertoe maakt u een groep van drie vormen van halters, cilindrisch in het midden en uitpuilend aan de uiteinden. Elk silhouet moet in omvang toenemen als het zich van de kern verwijdert en het celmembraan nadert.

4

Teken twee kleine rechthoeken die elkaar kruisen in een rechte hoek om de centriolen te vertegenwoordigen. Deze hulp in het proces van celdeling. Ze staan ​​dicht bij elkaar maar zijn gescheiden van de kern. Maak de centriolen door twee kleine loodrechte rechthoeken naast de kern te tekenen.

5

Teken nog een kleine cirkel om een ​​lysosoom te vertegenwoordigen. Deze organel is als de schroothoop van de cel die verantwoordelijk is voor het ontbinden van onnodige materialen om ze opnieuw te gebruiken. Om het weer te geven, tekent u een kleine cirkel op de rand van de cel. Het voegt ook verschillende kleine punten in het lysosoom toe om de spijsverteringsenzymen die erin zitten weer te geven, een mengsel van hydrolytische enzymen.

6

Voeg punten toe in de cel maar rond de organellen om de ribosomen weer te geven. Deze zijn ook aanwezig in het cytosol, dat is de cellulaire vloeistof die wordt gevonden in het membraan maar buiten de organellen. Als u meer ribosomen in het cytosol wilt maken, voegt u meer punten in de cel toe.